The melodic rock/hard rock band Magnum was founded some fifty years ago in England by guitarist Tony Clarkin and singer Bob Catley. There have been several changes in the line-up, but Tony and Bob are still with us. They should have retired a long time ago, but they keep on touring.
Well before the doors of De Bosuil in Weert opened, the fans were already waiting outside in the afternoon sun. Just before the show started it had become pleasantly crowded. At a quarter past four the rockers of Magnum entered the stage one by one. Frontman Bob Catley was of course the last to appear. Magnum started with ‘Days of no trust’ you could hear that Bob’s voice is getting a little older, but that’s okay he’s a 70+ man. Bassist Dennis Ward did the backing vocals. Drummer Lee Morris hit the drums with a big smile.
The subdued intro to ‘Lost on the road to eternity’ was played by keyboardist Rick Benton. During the catchy part Bob encouraged the fans to clap along, and they did. Almost everyone sang and clapped along to “Heee ohhh”. Bob visibly enjoyed the interaction with his fans, it even seemed to touch him. During the applause, he took a curtsy.
The monster roars
Their 22nd album, ‘The monster roars’, released earlier this year, received positive response. The title track was played. During the quieter parts, Bob’s voice was heard clearly and he reached the high notes with ease. The power parts were sung by him and Dennis together. Their voices formed a beautiful whole. Bob used his hands as a way of expression to add power to the lyrics. Tony Clarkin had a rather quiet way of performing, but he too was enjoying himself. Of course, they played some more newer songs for example ‘Where are yo Eden?’
Rick was positioned at the very back of the stage, but it was also obvious that he enjoyed it. When he didn’t have to play, he encouraged the fans to clap along.
Lee made plenty of eye contact with the fans, smiled, or made a “funny face”. Bob gave several fans a stroke or a shake of the hand. He didn’t talk much between songs, which kept the speed of the show up. He is still agile, though of course a little more slowly than years ago.
The tempo and volume changes were played well. The rousing songs were clearly written to be played live. They did that well, though the roof didn’t tear off. Dennis played wirelessly, walking up to Rick or Lee once in a while. But since he sang along quite a lot of the lyrics, he didn’t have a lot of opportunity to go often and far from his place. This vocal support was what Bob needed after all.
Les morts dansant
A varied set list was played, in which the older songs such as ‘The flood’ and ‘Les morts dansant’ were of course not to be missed. Before starting ‘Rockin’ chair’ Bob said, “It’s dancing time”. This too was played well, but as the concert progressed, the atmosphere remained the same. Sometimes the fans and the band energize each other, creating a special vibe. There wasn’t that now, yet it was certainly enjoyable for both the fans and Magnum.
Bob had a little trouble in ‘Vigilante’ to rise above the music, but that was hardly noticed by the enthusiastically singing along fans.
The drums played an important role during the intro of ‘Kingdom of Madness’.
After the second verse the band falls silent, the technique failed. The sequencer that should have started remained silent. Even these experienced men had no answer to this. Still quite a strange sensation, both for the band and for those present. They quickly continued with ‘On a storyteller’s night’, a song that is usually played as an encore. The loyal fans knew all the lyrics and sang along with almost all of it. The same was the case with ‘Sacred Hour’. After this the band was introduced, Magnum enjoyed the applause, the men made a curtsy and left stage after about 1,5 hours. There was a lot of clapping, cheering and shouting “We want more” for a long time. But Magnum didn’t come back, and so this Easter Sunday did extinguish a bit disappointingly.
Magnum is het rocken nog niet verleerd
De melodische rock/hardrock band Magnum werd zo’n vijftig jaar geleden in Engeland opgericht door gitarist Tony Clarkin en zanger Bob Catley. Er zijn diverse wisselingen in de bezetting geweest, maar Tony en Bob zijn er nog steeds bij. Ze hadden al lang met pensioen mogen gaan, maar ze blijven touren.
Ruim voordat de deuren van De Bosuil in Weert open gingen stonden de fans al buiten in de middagzon te wachten. Vlak voor aanvang was het gezellig druk geworden. Om kwart over vier kwamen de rockers van Magnum één voor één het podium op. Frontman Bob Catley verscheen natuurlijk als laatste. Magnum begon met ‘Days of no trust’ je hoorde dat Bob’s stem wat ouder wordt, maar dat mag natuurlijk hij is een 70+ er. Bassist Dennis Ward deed de backing vocals. Drummer Lee Morris hakte er met een big smile flink op los.
Het ingetogen intro van ‘Lost on the road to eternity’ werd gespeeld door toetsenist Rick Benton. Tijdens het pakkende deel moedigde Bob de fans aan om mee te klappen, dat deed men. Bijna iedereen zong en klapte mee met “Heee ohhh”. Bob genoot zichtbaar van de interactie met zijn fans, het leek hem zelfs te ontroeren. Tijdens het applaus maakte hij een buiging.
The monster roars
Hun 22e album,’ The monster roars’, dat begin dit jaar uit kwam, kreeg positive reacties. De titeltrack werd gespeeld. Tijdens de rustigere delen was Bob’s stem goed te horen, de hoge tonen haalde hij met gemak. De power delen werden door hem en Dennis samen gezongen. Hun stemmen vormden een mooi geheel. Bob gebruikte zijn handen als expressie middel om de tekst extra kracht bij te zetten. Tony Clarkin had een vrij rustige manier van performen, maar ook hij had het naar zijn zin. Natuurlijk speelden ze meer nieuwere nummers, bijvoorbeeld ‘Where are yo Eden?’
Rick stond helemaal achter aan op het podium opgesteld, maar het was ook aan hem te zien dat hij genoot. Als hij even niet hoefde te spelen, moedigde hij de fans aan om mee te klappen.
Lee maakte volop oogcontact met de fans, lachte, of trok een “gekke bek”. Bob gaf diverse fans een aai of een hand. Tussen de nummers praatte hij niet veel, zo bleef er vaart in zitten. Hij is nog steeds beweeglijk, al is dat natuurlijk wel langzamer dan jaren geleden.
De tempo-en volumewisselingen werden goed gespeeld. De opzwepende nummers zijn duidelijk geschreven om live te kunnen spelen. Dat deden ze goed, al ging het dak er niet af. Dennis speelde wireless, hij liep een enkele keer naar Rick of Lee toe. Maar omdat hij vrij grote delen van de teksten meezong, had hij niet heel veel mogelijkheden om vaak en ver van zijn plaats te gaan.
Deze vocale ondersteuning had Bob toch wel nodig.
Les morts dansant
Er werd een gevarieerde setlist gespeeld, waarin de oudere nummers zoals ‘The flood’ en ‘Les morts dansant’ natuurlijk niet mochten ontbreken. Voor aanvang van ‘Rockin’ chair’ zei Bob: “It’s dancing time”. Ook dit werd goed gespeeld, maar naarmate het concert vorderde, bleef de sfeer hetzelfde. Soms geven de fans en de band elkaar energie, waardoor er een speciale vibe ontstaan. Dat was er nu niet, toch was het zeker genieten voor zowel de fans als voor Magnum.
Bob had in ‘Vigilante’ een beetje moeite om boven de muziek uit te komen, maar dat viel door de enthousiast meezingende fans nauwelijks op.
De drums speelden een belangrijke rol tijdens het intro van ‘Kingdom of Madness’.
Na het tweede couplet valt de band stil, de techniek liet het afweten. De sequencer die had moeten starten bleef stil. Zelfs deze ervaren mannen hadden hier geen antwoord op. Toch best een vreemde gewaarwording, zowel voor de band als voor de aanwezigen. Snel gingen ze door met ‘On a storyteller’s night’, een nummer dat meestal als toegift wordt gespeeld. De trouwe fans kende alle teksten en zongen bijna alles mee. Dat gold ook voor ’Sacred Hour’. Hierna werd de band voorgesteld, Magnum genoot van het applaus, de mannen maakten een buiging en verlieten na zo’n 1,5 uur het podium. Er werd lang geklapt, gejuicht en “We want more” geroepen. Maar Magnum kwam niet terug, en zo doofde deze paaszondag toch een beetje teleurstellend uit.