The Spanish-language name and lyrics make Pendejo seem like a band from Spain or Latin America. But nothing could be further from the truth: this stoner rock/metal band is from the Netherlands.
¡Pendejo! opened the second day of Bruis Festival Maastricht, and they did so with full conviction. After this performance, Maxazine had an interview with Menno Roymans, who plays guitar and trombone.
Pendejo is a much-discussed band name. In Spanish-speaking countries, there is a surprising response about it. Not in all Spanish-speaking countries does ¡Pendejo! mean the same thing. “In Mexico, it’s really rude. When we were talking to promoters there, the advice was to think of something else. But in Bolivia, you can also say it to a sharp kid. Generally it means asshole.” Menno told us.
¡PendejO! XL
Pendejo is officially a five-man formation. Last year, they started using two extra brass players as an experiment. This was to approximate the sound of the record as much as possible. “Because with one trumpet and one trombone, the band sometimes doesn’t manage if you compare it to the record. You can fill the record with a whole wind orchestra, so to speak. Moreover, the XL formation has more impact on the bigger stages. But if XL formation is possible depends on finances. So if we get paid enough, we can pay for the two extra brass players. But even with five people, we can produce a cool show, Bram and I doing the ’tooters’. We absolutely never use tape during performance. Bram uses effects to add an extra octave to his trumpet. We are still experimenting with that.” explained Menno.
Joost Verbraak is a versatile musician, playing sousaphone, trombone and trumpet, he had brought all of these to Bruis. The regular trombonist could not join Bruis because his own career is going very well. He was replaced by Isaac McCluskey, from New Zealand. They had been able to rehearse only once, but that was not noticed.
Basically, we are just rock band
Many stoner audiences mostly see trios with groovy rock riffs. Metal heads also don’t often see a heavy band with horns. For those who don’t know Pendejo, the horns are therefore surprising. Menno is very modest about this : “Basically we are just a rock band with guitar, bass, drums and vocals. The tooters make it special. The more we experiment with horns, the more complex it becomes. We play the songs as it is on the record, so in that sense we do play well within the lines. There isn’t any room for major improvisation.
But as a horn player or guitarist, it’s okay to play slightly differently than on the record. If you feel you have to, you can. It is a relief for the session horn players to rock out with their horns for a change.”
Volcán and Monchito
Their album Volcán was released in March. The album is also available on cassette, which is bought by the true collector. Despite its good sound quality, it has not been sold in large numbers. Bram writes the lyrics, which he usually doesn’t reveal much about. For the first time, the Spanish lyrics are printed, which was especially important for Menno. “We are a bit of a brutal band with intelligent lyrics.” says Menno.
By no means all the lyrics are easy to understand. But ‘Vamos a La Haya’ is pretty clear. It is a tribute to The Hague and contains a list of teenage memories of Bram. Like the first joint he smoked “Donde fumé mi primera trompeta”. Menno spent a lot of time in The Hague in his youth, having some good memories of this.
On Volcán, serious topics such as: ‘La Reina De La Ametralladora’. This text is close to Menno’s heart. It is about the Dutch Franny Schoonheyt. As an 18-year-old girl, she fought against Franco. Her nickname was Queen of the Machine Gun. People here (in the Netherlands) know little about the Spanish Civil War. Hence this tribute to Franny.
‘La Vieja’ is based on the time Bram was in hospital. An old woman gave him wise advice and life lessons. She also spoke of her resignation to the end. Bram left his room for a while. When he returned, her bed was empty, she passed away, which made a deep impression on him.
Guitarist Jaap Melman (Bram’s cousin) walks by. It is clear that the men have a good relationship, because he says to me, “Not everything he says is true.” Menno laughs and immediately asks, “Where did you get your nickname Monchito?”
Jaap smiles: “That name came about 25 years ago. Back then, I used to blow quite a lot, and at night I ate all the food in the fridge. Jars of pickles, piccalilli, and even mayonnaise. So I ate a lot, which is mucho in Spanish. Which is again bastardised to ‘Monchito’
Chancho Records and Anchor Studio
Pendejo has his own label Chancho Records. “Generally speaking, you can easily release a record on your own. A good booker or manager is more important. It’s important to arrange ( have arranged) your PR well. A label used to do all that, now it is fragmented,” says Menno.The band members do not live near each other. Their regular base is Anker Studio in Eindhoven. Menno calls this an awesome place for musicians, as there is also storage there.
It was a busy day for Pendejo. “Two shows in one day and another interview, is that manageable?” I asked Menno.
“It is tough, but manageable.” replied Menno. “Now with the XL formation, Bram and I don’t have to toot very much, so we don’t get blisters on our lips. But it’s: “Loading, driving, unloading, building up, playing the show, de-installing. And then everything and then another. It’s doable, but we can’t drink a lot. We enjoy being on a big stage, especially with the extra horns. Menno closed by saying, “We were very happy that we had the opportunity to play”.
You can read the gig review here
¡PendejO! De blazers maken het speciaal
Door de Spaanstalige naam en de songteksten lijkt Pendejo een band uit Spanje of Latijns Amerika . Maar niet is minder waar: deze stoner rock/metalband komt gewoon uit Nederland.
¡Pendejo! Opende de tweede dag van Bruis Festival Maastricht, en dat deden ze met volle overtuiging. Na dit optreden had Maxazine een interview met Menno ‘El Jipi’ Roymans, die gitaar en trombone speelt.
Pendejo (wat je uitspreekt als Pendègo) is een veel besproken bandnaam. In de Spaanstalige landen wordt er verrassend op gereageerd. Niet in alle Spaanstalig elanden betekent ¡Pendejo! hetzelfde. “In Mexico is het echt grof. Toen we daar met promotors aan het praten waren was het advies om iets anders te bedenken. Maar in Bolivia of zo kun je het ook tegen een wijsneus gebruiken. Over algemeen betekent het klootzak.” vertelde Menno uit.
Omdat de Nederlandse namen in de Spaanstalige landen niet uit te spreken zijn, hebben de mannen bijnamen. Het is met frontman Bram alias Pastuso begonnen. Hij is geboren in de regio Pasto, in Colombia. Als je daar vandaan ben je een Pastuso. Bassist Stef Gubbels heeft rood haar, vandaar ‘El Rojo’, de Rooie. De achternaam van drummer Sjoerd is van der Knoop, dus
‘Nudo’ werd zijn bijnaam. “ ik ben El Jipi (wat je uitspreekt als gippie) omdat is volgens de rest van de band een hippie ben”, aldus Menno. Hoe de ‘Monchito’, de bijnaam van Jaap Melman was ontstaan, dat wist Menno niet.
¡PendejO! XL
Pendejo is officieel een vijfman formatie. Vorig jaar zijn ze als experiment met twee extra blazers, begonnen. Dit om de sound van de plaat zo veel mogelijk te benaderen. “Want met één trompet en één trombone redt de band het soms niet als je het vergelijkt met de plaat. De plaat kun je bijwijze van spreken volbouwen met een heel blaasorkest. Bovendien heeft de XL formatie meer impact op de grotere podia. Maar of XL formatie mogelijk is, hangt af van de financiën. Dus als we genoeg betaald krijgen, kunnen we de twee extra blazers betalen. Maar ook met vijf man kunnen we een vette show neerzetten, Bram en ik doen dan de ‘toeters’. We spelen absoluut nooit met tape. Bram kan met effecten een extra octaaf onder zijn trompet zetten. Daarmee zijn we nog aan het experimenteren.” legde Menno uit.
Joost Verbraak is een veelzijdige blazer, hij speelt sousafoon, trombone en trompet, deze allemaal meegenomen naar Bruis. De vaste trombonist kon niet mee naar Bruis omdat zijn eigen carrière erg goed gaat. Hij werd vervangen door (sessie muzikant) Isaac McCluskey, uit Nieuw Zeeland. Ze hadden slechts ´één keer kunnen repeteren, maar daar was niks van te merken.
In de kern zijn we gewoon rock bandje
Veel stoner publiek zien vooral trio’s met groovy rock riffs. Ook de metal heads zien niet vaak een heavy band met blazers. Voor wie Pendejo niet kent zijn de blazers daarom verrassend. Menno is heel bescheiden hierover : ”In de kern zijn we gewoon rock bandje met gitaar, bas, drum en zang. De toeters maken het speciaal. Hoe meer we met we met blazers experimenteren, hoe complexer het wordt. We spelen de nummers zoals het op de plaat is, dus in die zin wel binnen de lijntjes. Er is geen ruimte voor grote improvisaties, zoals bij jazz concerten vaak wel kan.
Maar je mag als blazer of gitarist best even net iets anders spelen als je voelt dat je dat moet doen. Het is voor de sessie blazers een verademing om een keer keihard te rocken met hun toeters.”
Volcán en Monchito’
In maart kwam hun album Volcán uit. Het album is ook op cassette verkrijgbaar, en wordt gekocht door de echte verzamelaar. Ondanks de goede geluidskwaliteit zijn er geen grote aantallen van verkocht. Bram schrijft de teksten, waar hij meestal weinig over loslaat. Voor het eerst zijn de Spaanse songteksten afgedrukt, dat vond vooral Menno belangrijk. “We zijn een beetje een brutale band met intelligente teksten” aldus Menno.
Lang niet alle teksten zijn makkelijk te doorgronden. Maar ‘Vamos a La Haya’ is wel vrij duidelijk. Het is een eerbetoon aan Den Haag en bevat een opsomming van pubertijd herinneringen van Bram. Zoals de eerste joint die hij rookte “Donde fumé mi primera trompeta”. Menno is in zijn jeugd veel in Den Haag geweest, hier heeft daar goede herinneringen aan.
Ook op Volcán komen serieuze onderwerpen aan bod zoals: ‘La Reina De La Ametralladora’. Deze tekst gaat Menno aan het hart. Het gaat over de Nederlands Fanny Schoonheyt. Als 18 jarig meisje vocht zij tegen Franco. Haar bijnaam was ‘Koningin van de mitrailleur. De mensen hier (in Nederland) weten weinig over de Spaanse Burgeroorlog. Dit nummer is een eerbetoon aan Franny.
‘La Vieja’ is gebaseerd op de tijd dat Bram in het ziekenhuis lag. Een oude vrouw gaf hem wijze raad en levenslessen. Ook sprak zij over haar berusting in het einde. Bram ging even van zijn kamer af. Toen hij terug kwam was het bed leeg, ze was overdeden, dat heeft diepe indruk op hem gemaakt.
Gitarist Jaap Melman (neef van Bram) komt voorbij gelopen. Het is duidelijk dat de mannen een goede band hebben, want hij zegt tegen mij: “Niet alles wat hij zegt is waar hoor”. Menno lacht en vraagt meteen: “Hoe kom je aan jouw bijnaam Monchito?”
Jaap glimlacht: “Die naam is zo’n 25 jaar geleden ontstaan. In die tijd blowde in nogal veel, en ’s nachts vrat ik de hele koelkast leeg. Potten augurken, piccalilly, en zelfs mayonaise. Ik at dus veel, dat is mucho in het Spaans. Dat is weer verbasterd naar ‘Monchito’
Chancho Records en Anker Studio
Pendejo heeft een eigen label Chancho Records. “Over algemeen kun je prima in eigen beheer een plaat uitbrengen. Een goede booker of manager is belangrijker. Het is belangrijk om je PR goed (te laten) regelen. Vroeger deed een label dat allemaal ,nu is dat gefragmenteerd” aldus Menno. De bandleden wonen niet bij elkaar in de buurt. Hun vaste honk is Anker Studio in Eindhoven. Menno noemt dit een te gekke plek voor muzikanten, want daar is ook opslag.
Het was een drukke dag voor Pendejo. “Twee shows op één dag en nog een interview, is dat wel te handelen?” Vroeg ik aan Menno.
“Het is wel pittig, maar wel te handelen” antwoordde Menno. Nu met de XL formatie hoeven Menno en ik minder te blazen, zodat we niet de blaren op de lippen krijgen. Maar het is wel: “Inladen, rijden, uitladen, opbouwen, show spelen afbreken. En dan alles en dan nog een keer. Het is wel te doen, maar we moeten niet veel drinken. We vinden het fijn om op een groot podium te mogen staan, zeker met de extra blazers. Menno sloot af met de woorden:” We waren heel blij dat we mochten spelen”.
Het verslag van hun optreden kun je hier lezen